zondag 13 juli 2025

Nostalgisch

Het begon ergens in februari 2025, met een appje van mijn jeugdvriendin. Je weet wel, die vriendin waarmee ik ooit plakhandjes verzamelde in de zandbak, zandtaartjes bakte en waarschijnlijk eens een wormpje opat omdat iemand zei dat het een rozijn was. We kennen elkaar sinds ons vierde, dat is dus… 46 jaar. ZES-EN-VEERTIG JAAR! Het tijdperk van Band Zonder Naam, Bassie & Adriaan op VHS, kuiven vol haarlak, permanentjes en blauwe oogschaduw. Een tijd die tegelijk legendarisch en gênant was.

Haar appje was simpel:

“Zullen we ook naar de reünie van onze lagere school?”

Reünie? Ik dacht altijd dat dat iets was voor mensen met rollators, kunstheupen en thermoskannen vol anekdotes. Maar toen mijn broer er ook over begon, een soort bijeenkomst van de oude basisschoolbende, begon het toch te kriebelen. Nostalgie? Misschien.

Dus gingen we. Mijn jeugdvriendin haalde mijn broer en mij op in haar kleine Toyota. We reden richting ons verleden. Nou ja, soort van, want de oude school was allang gesloopt. Andere plek, ander gebouw, maar dezelfde herinneringen. En veel gelach. Echt veel.

Foto’s kwamen op tafel. Ik had een kapsel dat verdacht veel leek op een omgekeerde champignon en droeg een ruiten broekpak. RUITEN. BROEKPAK. Mode was toen nog een vage belofte.

We haalden herinneringen op aan playbackshows, elastieken, eerste verliefdheden en die ene schooldirecteur die tijdens het dictee rustig zijn pijp rookte alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Het was de geur van autoriteit.

We eindigden in het dorpscafé. En toen gebeurde het:

“Vrijdag 11 juli. Kermis. Iedereen erbij.”

Het werd plechtig in ieders digitale agenda gezet.

Natuurlijk vergat ik het direct, tot mijn vriendin begon te appen: herinnering, locatie, dresscode. En het allerbelangrijkste:

“Geen hakken hè, anders lijk ik weer zo klein.” Prioriteiten.

De avond begon bij haar ouders thuis met koffie en thee. Daarna even langs bij mijn moeder voor water. Hoezo indrinken? We waren er klaar voor. Kermis, here we come.

Dezelfde kermis waar ik op mijn vijftiende voor het laatst was. Toen met een kuif vol haarlak en een bessenjus in mijn hand. Nu, 35 jaar later, met corrigerend ondergoed en een leesbril in mijn tas. Maar weet je? Het voelde nog steeds magisch.

Daar stonden ze dan: klasgenoten uit de jaren ’80, anno 2025. Iedereen 50 of bijna 50. De één wat grijzer, de ander kaler. Sommigen vakkundig geverfd, anderen glanzend kaal als een biljartbal. Een geur, een stem, een blik en BOEM, je bent weer acht jaar oud.

Eentje herkende ik niet. Bleek al jaren in Nieuw-Zeeland te wonen met zijn gezin. En nu toevallig op bezoek. Natuurlijk. Hij zit in de wijnen, dus dat schept een band. We proosten met onze plastic bekers gevuld met bier. Logisch en onvergetelijk.

We praatten allemaal alsof het gisteren was. Geen filters, geen hashtags. Alleen wij. Echt. En voor een paar uur waren we weer kinderen. Met bier, onder de megagrote kerktoren van onze jeugd, voelden we ons jonger dan ooit. Tot de beveiligers ons, charmant maar beslist, van de straat begeleidden. Want zelfs nostalgie heeft sluitingstijd.

Nostalgie is een warme deken van herinneringen, geweven uit geuren, geluiden, gezichten en momenten die ooit zo vanzelfsprekend waren.

Maar nostalgie is ook een sluwe val.

Je begint met koffie, eindigt met bier. Nog eentje. Nog acht. Jeugdvriendin dumpt me thuis, ik graaf naar mijn sleutel op een ‘geheime plek’ die zelfs mijn geheugen is ontvlucht. Bel manlief midden in zijn dromen. “Ik heb ‘m!” hang op, ren naar binnen en plof neer met water en aspirines.

Nostalgie is een tijdreis zonder helm, met stijve ledematen en excuses aan manlief dat ik hem wakker belde voor niks.

Mooi? Zeker. Maar volgend jaar neem ik de huissleutel en aspirines mee. Nostalgie is als terugspoelen van een cassettebandje, je weet nooit precies waar je uitkomt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Gelijkspel

Twee keer in één week werd me serieus gevraagd of ik ‘dat ene typetje van het paardrijden’ was, en geloof me, dat zette iets in gang…..Lieve...