Het was zo’n zondag die voelde als een vrijdagavond met een kater van maandag. Een goede oude vriend tikte de magische grens van 50 aan, en dat moest gevierd worden. En niet met een high tea in een recreatiezaal waar het naar zilveruitjes ruikt, maar op een geniale locatie: een molen. In het wild. Midden in het weiland. Windkracht nul, sfeer kracht elf.
We kwamen aan alsof we op een festival verschenen. De zon scheen alsof ‘ie ook was uitgenodigd. Er stond een DJ met een platencollectie waar je u tegen zegt (en waarop je dan prompt een dansje maakt) En drank. Geen cocktailkaart met termen als “subtiele afdronk” of “fruity twist”. Gewoon vloeibare blijheid in een glas. En voor de innerlijke mens? Een Amerikaanse schoolbus vol eten. Ja, een bus. Met een frituurlucht waar je u tegen zegt (en daarna snel een servetje tegen je kin). Alleen al daarvoor verdiende de jarige een lintje.
Voor manlief en mij voelde het als een reünie met een cast van een sitcom die twintig jaar geleden abrupt is gestopt. Iedereen was er weer: vrienden die inmiddels op drie continenten wonen, of die zijn opgeslokt door kinderen, verhuizingen en het Grote Volwassen Leven. Maar zodra we elkaar aankeken, gingen we naadloos verder waar we twintig jaar geleden gebleven waren. Alsof we elkaar vorige week nog bij de kroeg hadden uitgezwaaid, met een broodje döner in de hand.
De jarige zelf, ontspannen, stralend en goed in zijn vel voor iemand van 50, kreeg wat liefdevolle speeches van zijn broer en vrienden. Geintjes, anekdotes, een paar smeuïge verhalen, het soort waar je hoopt dat je ouders net even naar het toilet zijn. Maar toen pakte hij zelf de microfoon. En toen werd het even stil. Zo stil dat zelfs de molen zich even inhield.
Hij sprak over keuzes. Over dat 50 niet alleen betekent dat je officieel recht hebt op een leesbril, maar ook op het maken van keuzes. Wie wil je om je heen? Wie geeft je energie? Wie maakt je blij? En minstens zo belangrijk: wie zuigt je leeg als een goedkope stofzuiger met een kapot filter?
Zijn conclusie was helder: omring je met mensen die je voeden, niet uitputten. En als dat betekent dat je afscheid moet nemen van energievampiers, doe dat dan. Op dat moment keek de helft van de zaal elkaar zenuwachtig aan en begon ongemakkelijk richting de uitgang te schuifelen. Lachsalvo. Eerlijk is eerlijk: we hebben allemaal zo’n stofzuiger in ons leven.
Maar de boodschap was raak. En raak hardop uitgesproken.
We proostten daarna nog extra hard. Op vriendschap. Op ouder worden met stijl. Op een kater die we met liefde inplanten voor de maandag. Op het lef om te kiezen voor wat je blij maakt. Op molens en de kunst van draaien zonder je hoofd te verliezen. En vooral: op het leven dat mooier wordt na je vijftigste. Proost. En draai er niet omheen. Behalve als je een molen bent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.