zondag 13 april 2025

Groots

Dat is groots. 25 jaar getrouwd! Dat vraagt om een feestje! Maar in plaats van slingers en flink wat borrels dachten we: we gaan groots. Amerika-groots.

We vroegen onze (inmiddels volwassen, dus officieel niet-meer-klagende) kinderen waar ze heen wilden. Unaniem: "AMERIKA!"

En dan vooral de westkust. Prima. Huren we meteen een auto. Want na 25 jaar huwelijk kunnen we alles aan. Manlief had ooit een plechtige belofte gedaan: als we kinderen zouden mogen krijgen, zou hij ze meenemen op een trip zoals hij vroeger met zijn ouders en broer had gemaakt. Ik zou ook mee mogen… mits hij nog steeds van mij zou houden en ik van hem.

Nou, dat is gelukt! Maar onze dochter had nog een kleine, bescheiden toevoeging: "Mama, als we toch gaan… kunnen we dan ook even langs New York?” Nou, deze moeder hoefde daar geen twee keer over na te denken. Dus: all-in. Oost, west, niks best, gewoon alles.

En zo geschiedde: bijna vier weken lang zwierven we rond als dolgelukkige nomaden, van hotel naar hotel, van stad naar natuurwonder. Eerst New York, waar we ons met open mond vergaapten aan wolkenkrabbers en onze portemonnee in een diepe identiteitscrisis is gekomen. 

Daarna via de Niagara Falls, een spectaculaire stortdouche van moeder natuur, naar Washington, waar we per fiets de stad doorkruisten. Vervolgens een binnenlandse vlucht naar San Francisco, waar we een diepe liefdesaffaire begonnen met de Golden Gate Bridge die mysterieus in de mist hing.  Daarna reden we door naar Modesta  (waar we ons even afvroegen waarom), na Bakersfield trotseerden de snikhete Death Valley waar we leerden dat de airco niet een overbodige luxe is en doken in het neongeweld van Las Vegas. 

In Las Vegas kreeg ik persoonlijk een lichte error in mijn hoofd van Amerikanen die bloedserieus beweerden dat hier echte cultuur te vinden was, want ja, ze hadden Venetië nagebouwd, compleet met nep-gondels en gondeliers die ‘That’s Amore’ zongen met een Texaans accent. Ondertussen hoorde ik echte Italianen in de verte een collectief “what the F***!” uitroepen. 

Ook gingen we door de meest mooie en enorm groteske natuurparken. En dan bedoelen we niet het parkje naast de Target, (grootse supermarkt) maar de echte deal: Yosemite National Park, Zion Park, Bryce Canyon, Red Canyon, elk gebied zo adembenemend mooi dat we af en toe vergaten om foto’s te maken. Bergen zo groot dat je nek er pijn van doet, uitzichten die je mond open laten vallen en kloven die dieper zijn dan onze liefde voor fastfood na vier weken Amerika.

Door naar Santa Fe, en via een elegante flinke bocht, richting LA, door Kayenta, Durrango naar Sedona richting de Grand Canyon. Daar besloten we dat op de rand staan voor amateurs was, dus kozen we voor de full Hollywood-ervaring: een helikoptervlucht.

Toen we opstegen, klonk Dust in the Wind door de koptelefoon. Serieus, alsof iemand achter de schermen een dramatische film aan het regisseren was. Ik keek naar beneden, waar de eindeloze diepte zich voor ons uitstrekte, en toen naar mijn gezin tegenover me. En daar gebeurde het. Mijn ogen vulden zich met tranen. Mijn dochter, altijd op zoek naar entertainment, stootte haar vader aan: "Papa, kijk! Mama huilt!" Alsof ik een toeristische attractie was, interessanter dan de Grand Canyon zelf. Mijn zoon keek opzij, verward: “Huilt ze van geluk of hebben we iets verkeerd gedaan?”Manlief knikte begrijpend. "Laat haar maar. Dit is een moeder-moment."

En daar zat ik dan. In een helikopter, snikkend boven een miljoenen jaren oud natuurwonder, terwijl mijn gezin me observeerde alsof ik een zeldzame vogel was. Het was tragisch, ontroerend en volstrekt belachelijk tegelijk. Kortom: perfect! 

Na een epische roadtrip via Scottsdale en Phoenix rolden we uiteindelijk LA binnen, waar we alles meepakten: van op de Santa Monica Pier tot de glimmende villa’s van Beverly Hills en de filmsets in Universal Studios. En toen was het tijd om weer naar huis te vliegen, met koffers vol souvenirs, hoofden vol herinneringen en een cholesterolgehalte dat spontaan een Amerikaanse nationaliteit had aangevraagd.

Maar wat heb ik van deze reis geleerd? Iets groots!  

Ik heb niet geleerd dat Amerikanen je begroeten alsof je hun lang verloren tweeling bent. Niet dat een kleine cola hier een aquariumformaat heeft. Niet dat een “normale” burger eigenlijk gewoon een koe is met brood als decoratie. En al helemaal niet dat politiek hier nog groter is dan de porties op je bord.

Maar wat ik wel geleerd heb? Dat het allergrootste niet zit in de wolkenkrabbers, de giga-maaltijden of de schreeuwerige slogans of de gigantische billboards van Trump, die toen nog gekozen moest worden, maar al wel overal met zijn duim omhoog stond alsof hij persoonlijk de Grand Canyon had gegraven.

Nee, het echt grote zit in iets veel simpelers: liefde en geluk. Zoals dat moment daarboven in de helikopter, zwevend boven de wereld met mijn gezin, waarin ik besefte: Dit is pas groots.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Gelijkspel

Twee keer in één week werd me serieus gevraagd of ik ‘dat ene typetje van het paardrijden’ was, en geloof me, dat zette iets in gang…..Lieve...