Na onze eerste gezamenlijke stedentrip naar Berlijn vorig jaar , vijf dagen borrels, diepzinnige gesprekken en een tikkeltje ongemakkelijke nuchterheid overdag door alle indrukwekkende tweede wereld oorlog verhalen, durfden we het dit jaar wéér aan: met zijn vieren op pad. (Een zeer goed bevriend stel, manlief en ik) Dit keer geen grijze metrobakken en regenjassen. Dus gingen we dit jaar naar… Venezuela. Althans, dat bleef ik zeggen. Maar het bleek dus gewoon Valencia. Ook warm. Ook met een V. Close genoeg.
Vanaf het moment dat we voet op Spaanse bodem zetten, was het anders. De zon scheen onophoudelijk, de cocktails vloeiden rijkelijk. We fietsten door de stad als volleerde locals, behalve ik dan, want toen de gids vroeg hoe lang we er al waren, zei ik “één minuut”. Hij bedoelde: in Valencia. Ik dacht: op de fiets. Verwarring alom. Gids in de war, ik in de lach, groep op z’n Spaans: olé, gewoon doorfietsen.
De dagindeling was puur Spaans: ontbijten om negen, paella lunchen om twee, en tegen de avond de tapas-stand open. Onze culinaire vrienden trokken ons mee in een smaakrollercoaster: zure vis, varkensoren (ja, echte!), en mysterieuze schelpen. Manlief droomde intussen van een simpele gehaktbal. Hij hield zich groot, tot we in een geheime cocktailbar belandden. Jaren ’20 sfeer, wachtwoord bij de deur, en cocktails waar mist uitkwam. Manlief die stoïcijns z’n “gerstenat” miste. Hij nipte dapper mee, totdat ik zijn whisky-cocktail stiekem overnam. Hij dacht dat het ananassap zou zijn.
Hoogtepunt? De kakkerlak in de hotelkamer van onze vrienden. Resultaat: twee gratis champagneflessen. Beestje zelf? Nooit meer gezien, waarschijnlijk knock-out van de alcohol. Onze vriend knuffelde daarna een zijdeboom. Geen idee waarom, maar het voelde op dat moment volkomen logisch. En manlief besloot op de boulevard ineens te gaan zwemmen. Broek op de enkels. Ik hielp hem zijn broek over zijn schoenen te trekken. Liefde is… je partner helpen bij een spontane plons met een publiek.
Een huurfiets ging er gedeeltelijk aan toen vriendin de telefoonhouder iets te enthousiast "bediende". De eigenaar leek boos maar bleek gewoon... Spaans. Alles opgelost met een glimlach, en wat handen- en voetenwerk.
De hotelspa werd onze dagelijkse verlossing van het fietsen, eten en lachen. De obers en receptionisten kenden ons bijna bij naam en groetten ons vrolijk als ze onze groep zagen aankomen. Vriendin en ik hadden binnen twee dagen een vriendschapsband met minstens drie locals. Manlief probeerde intussen een audiogids als karaoke-apparaat in een kerk. Volume op standje straaljager. Resultaat: vrienden die zich spontaan onthecht voelden van onze groep en achteruit de kerk uitliepen.
We beklommen ook nog een toren van 207 treden. Althans, volgens de officiële telling. Wij kwamen tot 208, dat krijg je met vier neurotische tellers op een rij. Wel een magnifiek uitzicht.
Op de terugweg op het vliegveld ging alles mis: manlief werd gefouilleerd alsof hij vloeibare explosieven en een wapenarsenaal bij zich had, mijn tas piepte door twee vergeten waterflesjes, en onze vrienden hielden weer afstand.
Nog even langs de Starbucks, waar ik, mode-icoon met jas om m’n middel, een complete bidonparade omver kegelde. Je zou denken dat onze vrienden zich dan eindelijk zouden distantiëren van dit wandelend spektakel, maar nee hoor. Manlief zuchtte alleen dramatisch: “Lies… Lies…” Tot onze vriend het uitproestte met zo’n oorverdovend lachsalvo dat zelfs de koffiemolen er even van haperde. Dit keer dropen wij af. Achterwaarts.
Maar desondanks klonk al het volgende plan in het vliegtuig: Athene! De culinaire vrienden glunderen bij de gedachte aan feta-experimenten en geitenkaasijs. Manlief breekt nu al het zweet uit. Ik ben vooral benieuwd naar wat hij daar uit wil trekken op de boulevard.
Eén ding is zeker: deze vriendschap is goud waard. Niet ondanks de zijdeboomknuffels, karaoke in kerken en cocktails met bijwerkingen…Maar juist daarom.
Want echte vriendschap schuilt niet in perfecte plannen of vlekkeloze dagen. Het zit in die blikken tijdens een huilbui of lachbui die pijn doet van binnen. In de vanzelfsprekendheid waarmee je elkaars chaos opvangt.
In het samen verdwalen, in een stad, een gesprek, of gewoon in het moment. We zijn met z’n vieren zo verschillend, en toch zo thuis bij elkaar.
En ergens, tussen de bidons op de vloer en de Spaanse zon op ons gezicht, besef je: dit is het. Niet wat je doet, maar met wie. Lachen als het misgaat. En blijven lachen als het nog een keer misgaat. Dus ja, tot volgend jaar. Waar dan ook. Als we maar samen zijn.
En misschien… nog één keer Venezuela proberen. Ook warm. Ook met een V. Close genoeg .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.