zondag 13 april 2025

Appelsap

Drie dagen mocht ik geen koffie. Geen wijn. Geen chocola. Geen pitjes, velletjes, zaden of iets wat lijkt op een normale maaltijd. Alleen witte dingen. Witte rijst, witte kip, wit brood. Alsof ik meedeed aan een culinair kleurloos dieet voor geesten. Alles wit, behalve mijn humeur. Dat was pikzwart.

Op dag drie mocht ik nog twee witte beschuitjes als lunch,  hoera. Daarna mocht ik alleen nog vloeistof. En niet van het gezellige soort. Nee, om 16:00 uur een halve liter horrorlimonade die smaakte naar verzuurde oceaan, met als toegift een liter water om je darmen als glijbaan te prepareren. Bonusronde: om 04:00 uur ’s nachts dat hele tafereel nog eens.

Ik zat beneden, om de rest van het huis niet wakker te maken met mijn gegorgel en het muzikale getrek van de wc. Elke slok was een beproeving, elke spoelsessie een overwinning. Mijn maag klotste. M’n darmen protesteerden. En toen kwam de drank er weer uit. Niet de officiële route. Alsof m’n slokdarm zei: “Wij doen hier niet aan mee.” Zo zag ik mijn zorgvuldig bereide darmcocktail verdwijnen in de gootsteen. Paniek. Ik stond erbij als een drenkeling bij een fontein en dacht: zijn mijn darmen nu wel schoon genoeg?

De instructie was: als je ontlasting lijkt op helder appelsap, dan ben je er. Nou, na zes keer dacht ik: deze boomgaard is leeg geperst. Ik had een complete appelsapfabriek in die pot.

Maar nee, nog minstens tien keer te gaan. Slapen? Ho maar. Zodra ik ging liggen, riep mijn darm: "We gaan weer!" Het was een intieme dans tussen mij en het toilet. Ik voelde me een natte vaatdoek met onderdrukte emoties.

Met knikkende knieën naar het ziekenhuis. Manlief mee als morele steun en roesjeschauffeur. Ik was de eerste patiënt en werd ontvangen door een zachtaardige verpleegkundige.  Toen ik vroeg of ze me niet bruin vond, ik was dat weekend in Valencia geweest, keek ze ineens heel geïnteresseerd. Zo geïnteresseerd, dat ik me afvroeg of ze gewoon tijd aan het rekken was zodat ik vergat wat er met mijn achterste ging gebeuren. En dat lukte. We waren ineens vriendinnen voor het leven. Ik babbelde, zij glimlachte, ik voelde me veilig.

Tot ik ineens lag. Onder een soort van handdoek. Met een infuus in m’n hand. En dan dat bitje in je mond. Je weet wel, zo’n ring waar ze een slang doorheen schuiven. Ik voelde me net een keurig afgedekte barbecue met een spies in aantocht.

Ze zei: “Je krijgt nu een licht slaapmiddel.” Nou, ik was van plan m’n eigen darmshow live mee te kijken. Maar drie piepjes op het scherm later zat ik al in dromenland.

Ik werd wakker door een soort orgelconcert in mijn buik. Ze konden een bocht in m’n darm niet nemen en besloten dan maar live mee te sturen door op mijn buik te duwen alsof ik een tuinslang was met knik. “Bijna klaar hoor!” riep iemand monter terwijl ik kreunde als een aangespoelde walvis. En toen: klaar. Alles schoon. Goed gedaan! zei de arts alsof ik een sticker had verdiend. En toen werd ik wéér wakker. Iemand vroeg of ik een boterham met kaas wilde. Ja, graag! Mijn innerlijke godin stond op. Eindelijk weer eten dat kauwbaar was!

Manlief haalde me op met een rolstoel. Ik wilde nog stoer doen, maar viel bijna om. “Ze komt er wel achter,” grijnsde hij. En dat klopte. Hij rolde me door de wachtkamer als de Miss Universe van de colonoscopie.

Ogen vol angst keken me na. Ik glimlachte bemoedigend, alsof ik zeggen wilde: ik heb nu de schoonste darmen en de mooiste billen van de dag. Bij sommigen zag ik het al: de appelsap was nog onderweg.

En ik? Ik was compleet zen, licht verward, en ik miste een stuk van het avontuur, maar dat is misschien maar goed ook.

Ik rolde naar buiten als herboren vrouw. Schoon van binnen. In de war van buiten.  Eèn ding weet ik zeker: appelsap is voor altijd verdacht.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Gelijkspel

Twee keer in één week werd me serieus gevraagd of ik ‘dat ene typetje van het paardrijden’ was, en geloof me, dat zette iets in gang…..Lieve...